VS-staatsbelang in Intel is niet de reddingsboei die het lijkt
In dit artikel:
Intel heeft onder de nieuwe CEO Lip‑Bu Tan formeel staatskapitaal gekregen van de Amerikaanse overheid, een stap die het eerdere patroon van subsidies onder oud‑topman Pat Gelsinger voortzet maar nu als aandelenbelang zichtbaar maakt. De VS zal in totaal 8,9 miljard dollar richting Intel laten vloeien: ongeveer 5,7 miljard uit toezeggingen van de CHIPS Act en 3,2 miljard via het Secure Enclave‑programma, onderdeel van dezelfde wetgeving. Dat geld was grotendeels al bedoeld voor Intel’s Amerikaanse uitbreidingsplannen; het nieuwe is dat een deel als investering en niet louter als subsidie wordt geboekt, waardoor Washington formeel aandeelhouder kan worden.
De achtergrond: sinds enkele jaren pompen de VS, de EU en andere landen miljarden in hun chipindustrie om productie naar eigen grondgebied te halen. Waar TSMC in Europa nog inzet op de ESMC‑joint venture met Bosch, Infineon en NXP, heeft Intel zich uit sommige Europese uitbreidingsplannen teruggetrokken. De Ierse capaciteit blijft wel bestaan maar met minder personeel, en geplande fabrieken in Wrocław (Polen) en Magdeburg (Duitsland) gaan niet door. Intel zet de focus op Amerikaanse projecten, onder meer een nieuwe fabriek in Arizona.
De directe aanleiding voor de aandelenstap is de enorme kapitaalintensiteit van moderne chipfabrieken en de aanhoudende verliezen die die investeringen momenteel veroorzaken. Tan waarschuwde dat zonder een grote klant voor het toekomstige 14A‑productieproces de inzet teruggeschroefd zou worden. Met het staatsbelang probeert Washington vertrouwen in Intel te versterken en de risico’s van een falende binnenlandse chipmaker te verkleinen.
Belangrijk om te benadrukken: dit is geen klassieke bailout zoals in 2008; het verandert vooral de juridische en financiële relatie tussen Intel en de overheid. De markt reageerde in eerste instantie positief, maar de stap legt ook nieuwe politieke en strategische druk op het bedrijf, dat gezien zijn nationale betekenis minder ruimte heeft om te falen.