Review - Ninja Gaiden 4 - Niet veel meer dan (geweldige) actie
In dit artikel:
2025 blijkt een vruchtbaar jaar voor ninja-games: naast SEGA’s Shinobi keerde de franchise dit jaar driemaal terug, waaronder op 21 oktober 2025 met Ninja Gaiden 4. Die titel is opmerkelijk omdat Team Ninja de serie deelt met PlatinumGames — een samenwerking die logisch klinkt (Platinum = meester in hack-and-slash), maar ook voelbaar is in de spelbeleving.
Ninja Gaiden 4 stelt de actie centraal. In plaats van volledig te vertrouwen op serieheld Ryu Hayabusa, schuift nieuwkomer Yakumo van de Raven Clan naar de voorgrond; Ryu verschijnt alleen in een beperkt aantal levels en krijgt pas laat in de hoofdmodus speeltijd. Het verhaal speelt zich af in een futuristisch Tokio dat geteisterd wordt door een mythische draak die bloed laat neerdalen. De plot dient vooral als kapstok om van arena naar arena te gaan; dialoog en personages blijven oppervlakkig en voegen weinig toe aan de beleving.
Het sterkste punt van de game is de gevechtsengine, die duidelijk door PlatinumGames is gekneed. Vechten voelt vloeiend, hoogtempo en precies: dodges, parries en blocks moeten perfect getimed worden om openingen te creëren, en Yakumo schakelt moeiteloos tussen vier wapentypes via zijn Bloodbind Ninjutsu — zelfs midden in combos. Die Bloodbind-aanvallen leveren spectaculaire, schermvullende animaties op en zijn ook functioneel (bijvoorbeeld om schilden te breken). Voor beginners bevat de game hulpmiddelen zoals automatische dodges/blocks en een Hero-modus die vrijwel onsterfelijkheid biedt. De moeilijkheidsgraad heeft een nette curve: de eerste helft is redelijk behapbaar, later worden eindbazen veel veeleisender en dwingen ze tot nauwkeuriger verdedigen.
Tegelijkertijd laat Ninja Gaiden 4 op bijna alle andere fronten punten liggen. De spelwereld voelt levenloos en leeg: weinig NPC’s, veel hergebruik van textures en omgevingen, en een verouderde engine die technisch gezien prima draait, maar weinig visuele wow-factor levert. Tussen de arena’s door volgen riedels van lineaire, ‘op rails’ segmenten — springen op treinrails, wingsuit of surfboard-secties — die al snel repetitief en saai worden. Ook vijanden en boss-arena’s worden vaak herhaald, waardoor het ritme van vechten–upgraden–doorlopen vijftien uur lang nauwelijks varieert. Het late, klinische witte complex illustreert dit probleem: ruimtes lijken steeds op elkaar en dragen nauwelijks bij aan vernieuwing.
Ryu als icoon komt te weinig aan bod: hij heeft slechts één vast wapen (Dragon Sword) en zijn volledige arsenaal wordt deels als betaalde DLC aangeboden. Dat voelt teleurstellend voor wie op nieuwe content met Ryu had gehoopt; herhaling van oude levels met Ryu is mogelijk, maar lost het gebrek aan frisse content niet op.
Kortom: Ninja Gaiden 4 is een technisch en narratief onvolmaakte titel, maar voor liefhebbers van pure, intensieve hack-and-slash biedt hij enkele van de beste gevechten in de serie. Als je primair komt voor vloeiende, uitdagende actie en je minder geeft om verhaal, variatie of omgevingsinteractie, dan is dit een sterke aankoop. Wie echter op zoek is naar afwisseling, rijke werelden of een meer uitgewerkt plot, zal zich regelmatig ergeren aan de herhaling en de lege setting.