Red Hat gaat voor eenvoud in een complexere IT-wereld
In dit artikel:
Red Hat benadert innovatie niet als pure technologische vernieuwing maar als een ecosysteemvraag: hoe bouw je bovenop bestaande lagen, houd je legacy bruikbaar en geef je organisaties tegelijk meer controle en eenvoud? Dat beeld schetst Karanbir Singh (Senior Distinguished Engineer) aan de hand van voorbeelden uit open source zoals KVM en Xen, die niet alleen virtualisatie op CPU-niveau mogelijk maakten maar het hele concept richting public cloud hebben geduwd. Volgens Singh leidt abstractie tot schaal en eenvoud, maar ook tot afhankelijkheid — een probleem dat Red Hat probeert te verzachten door autonomie en traceerbaarheid centraal te stellen.
Praktisch betekent dit dat Red Hat enterprise-ready componenten ontwikkelt en bijdraagt aan open source zodat bedrijven containers, kernels en authenticatiemechanismen veilig en beheersbaar kunnen inzetten. Legacy-systemen moeten volgens Singh een first-class rol spelen: niet simpelweg lift-and-shift, maar integratie van automation, security en lifecycle management binnen één doorlopende ervaring. Kennis over herkomst van software (provenance) en het publiceren van Software Bill of Materials (SBOM) zijn middelen om controle terug te geven aan gebruikers en zo digitale soevereiniteit te vergroten.
Op het gebied van security neemt Red Hat ook verantwoordelijkheid: samen met IBM leverde het twee van de drie goedgekeurde post-quantum cryptografie-algoritmen die in RHEL 10 zijn opgenomen, als voorbereiding op toekomstige quantumdreigingen. Met extended support voor RHEL 10 tot 2038 wil Red Hat ervoor zorgen dat systemen toekomstbestendig zijn tegen toekomstige cryptografische risico’s. Singh nuanceert daarnaast het 'shift left'-principe: ontwikkelaars hebben context nodig over productie-omgevingen en opslaginteracties, maar niet per se directe invloed op alle infrastructuurlagen.
Juan van der Breggen (Principal Associate Solutions Architect) vertaalt deze filosofie naar concrete producten: OpenShift als uniforme beheerlaag van één node tot grote HPC-omgevingen; RHEL 10’s boot in image mode waarmee VM’s als containers worden behandeld en onderdeel van CI/CD worden; immutable base images die upgrades grootschalig en gecontroleerd mogelijk maken (voorbeeld: tegelijk bijwerken van 500 kassasystemen). Red Hat Enterprise Linux Lightspeed brengt AI-assistentie naar de command line voor snellere probleemoplossing, en Insights Image Builder versnelt image-creatie en -deployment, wat beheer in hybride clouds vereenvoudigt.
Voor resiliency en edge-use cases biedt Red Hat mechanieken zoals Greenboot voor gecontroleerde rollbacks en automatische herstelstrategieën. Het nut daarvan werd volgens het artikel duidelijk tijdens het CrowdStrike-incident: met image-based deployment had snelle geautomatiseerde rollback verspreide impact kunnen beperken. Tegelijk blijven er uitdagingen, zoals het offline beschikbaar maken van Lightspeed zonder intellectuele eigendomsrisico’s.
Singh waarschuwt ook voor failure domains: concentratie van hardware of controllerbeheer kan hetzelfde risico vormen als afhankelijkheid van één cloudprovider. Het doel is infrastructuren te isoleren, risico’s te documenteren en CapEx/OpEx inzichtelijk te maken. Conclusie: Red Hat streeft ernaar enterprises de eenvoud van cloud-achtige workflows te bieden zonder controle op te geven, door open-source fundamenten, traceerbaarheid en tooling te combineren tot een pad naar meer digitale autonomie.