Quicktest - Intel Core Ultra 5 225F en Core Ultra 5 235 - Megazuinig maar ook heel erg traag
In dit artikel:
Intel lanceerde in oktober 2024 de Core Ultra 200-serie processors, waaronder de zuinigere en betaalbaardere Core Ultra 5 235, 225 en 225F, gericht op socket 1851. Ondanks de introductie van drie chipsets (H810, B860 en Z890) is de adoptie van deze socket en CPU's zeer beperkt gebleven; zelfs een halfjaar na release staan ze niet in de top 10 populairste processors en zijn er nauwelijks moederborden beschikbaar. De 235 en 225(F) varianten zijn niet overklokbaar, hebben een laag TDP van 65 watt en verschillen qua coreconfiguratie en geïntegreerde GPU's: de 235 heeft zes P-cores en acht E-cores, iets lager geklokt dan de 245K, terwijl de 225F met zes P-cores en vier E-cores komt zonder iGPU.
In benchmarks presteren deze processors teleurstellend. De Core Ultra 5 235 haalt een prestatiescore vergelijkbaar met de inmiddels verouderde en goedkoper verkrijgbare AMD Ryzen 7 5800X (2020), terwijl de 225F niet eens het niveau van de Ryzen 5 5600X bereikt. Vooral bij gaming met een losse videokaart zijn hun prestaties ondermaats, zelfs trager dan oudere AMD-architecturen met beperkte PCIe-lanes. Bij multithreaded taken zoals renderen en compileren doet de 235 het nog redelijk, maar zwakte blijft zichtbaar, mede door de lagere kloksnelheid vanwege het energiezuinige design. Ook taken als 7-Zip-inpakken en Firefox compileren verlopen opvallend traag.
Het grootste pluspunt van de nieuwe Core Ultra 5's is hun energie-efficiëntie. Met een idle-verbruik van 12-15 watt en een piek rond 78 watt zijn ze extreem zuinig. De energie per voltooide taak, zoals de Cinebench 24-rendertest, is laag in vergelijking met concurrenten, wat ze interessant maakt voor toepassingen waarbij energieverbruik belangrijker is dan snelheid, bijvoorbeeld in thuisservers. Echter, voor reguliere desktopgebruikers of gamers bieden ze te weinig prestaties, zeker gezien het prijsniveau; ze zijn duurder dan vergelijkbare of krachtigere AMD-processors die bovendien al langere tijd op de markt zijn.
Kortom, Intel’s Core Ultra 5 235 en 225(F) zijn opmerkelijk zuinige processors die echter tekortschieten in prestaties, waardoor ze weinig aantrekkelijk zijn voor het brede publiek. Hun introductie versterkt de al bestaande gedachte dat de Core Ultra 200-serie geen succes is en mogelijk snel van de markt zal verdwijnen. Voor consumenten die snelle, betaalbare en moderne CPUs zoeken, blijven alternatieven van concurrenten zoals AMD aanzienlijk interessanter.