QuantWare uit Delft start quantum-chipproductie op eigen bodem
In dit artikel:
De Delftse start-up QuantWare bouwt de eerste Nederlandse fabriek voor quantumchips om een voet tussen de deur te krijgen in de wereldwijde markt voor next‑generation supercomputers. De fabriek moet eind volgend jaar productieklare chips leveren die elk ongeveer 10.000 qubits bevatten — veel meer dan de huidige commerciële chips die doorgaans rond de 100–150 qubits blijven.
QuantWare wil dat hoge qubit‑aantal bereiken door meerdere chips compact op elkaar te stapelen, een aanpak die schaalvergroting mogelijk moet maken zonder de gebruikelijke knelpunten van losse koppelingen tussen kleine chips. Zo’n 10.000‑qubitchip krijgt volgens het FD een richtprijs van circa 50 miljoen euro; dat is naar verwachting ongeveer de helft van de totale kosten van een complete machine met dat rekenvermogen. Ter vergelijking: conventionele quantumchips kosten nu meestal enkele honderdduizenden euro’s.
De investering in de Delftse fabriek loopt in de tientallen miljoenen euro’s. Een recente kapitaalronde bracht twintig miljoen euro op, gesteund door Nederlandse investeerders en het Europese EIC Fund. Wanneer de fabriek draait, wil QuantWare zich positioneren in een veld waarin grote spelers als Microsoft, IBM en Google al fel concurreren en waar cloudproviders inmiddels experimentele toegang tot quantumhardware aanbieden.
Kortom: QuantWare zet in op grootschalige chips en lokale productie om de sprong naar echt veel qubits te maken, maar de hoge kosten per chip en de technische uitdagingen rond foutcorrectie en praktische inzetbaarheid bepalen of deze strategie wereldwijd succes kan boeken.