Nexperia-crisis: waarom greep Nederland in bij chipfabrikant?
In dit artikel:
Op 30 september zette demissionair minister Karremans van Economische Zaken onverwacht de Wet Beschikbaarheid Goederen (WBG) uit 1952 in om de activiteiten van chipfabrikant Nexperia in Nederland stil te leggen — naar verluidt de eerste keer dat die wet is toegepast. De maatregel is genomen uit vrees dat cruciale Europese technologie via schaduwconstructies naar China zou worden overgedragen.
Nexperia maakt relatief eenvoudige maar wijdverbreide halfgeleiders (diodes, transistors, MOSFETs) die veelal in auto’s en huishoudelijke apparaten terechtkomen. Het bedrijf ontstond als spin-out van NXP (2017) en werd in 2019 overgenomen door het Chinese Wingtech. Met ongeveer 40% marktaandeel in automotive diodes en transistors is Nexperia een belangrijke schakel in de wereldwijde supply chain, met productielocaties in Nederland en China.
De directe aanleiding voor het ingrijpen zijn signalen dat Nexperia’s CEO Wing Zhang (Zhang Xuezheng) via een persoonlijk bedrijf, WingSkySemi (opgericht in 2020), productietechnologie naar China zou wegsluizen. WingSkySemi sloot in 2023 een overeenkomst met Nexperia, wat volgens het ministerie een ernstig belangenconflict opleverde. Bovendien maakte het profiel van de CEO — met eerdere veroordelingen in China, onder meer voor het verzwijgen van beurstransacties en voor het stelen van bedrijfsgeheimen — de Nederlandse zorgen meer begrijpelijk. Belangrijk is dat het kabinet al sinds eind 2023 met Nexperia in gesprek was; de beslissing volgde dus op langdurige overwegingen.
De ingreep bracht directe diplomatieke spanningen: China stopte aanvankelijk de levering van Nexperia-chips buiten China, wat de kwestie van een nationale veiligheidszaak tot een handelsconflict verhief. Inmiddels is de export gedeeltelijk hervat en is er een Nederlandse delegatie naar China vertrokken (zonder minister Karremans), een stap die diplomatiek gevoelig kan liggen. Verwacht wordt dat onderhandelingen uitmonden in dat de CEO niet terugkeert bij Nexperia, mogelijk door politieke druk vanuit China zelf.
De economische gevolgen zijn voelbaar, vooral in de auto-industrie: fabrikanten zoals Volkswagen gebruiken honderden van deze chips per voertuig en het omschakelen naar nieuwe leveranciers vergt maanden voor kwalificatie en contractering. Kritiek kwam van ASML-topman Christophe Fouquet, die vindt dat Nederland te snel zou hebben gehandeld; het ministerie benadrukt echter de langdurige gesprekken vooraf.
De casus illustreert een bredere spanning: de halfgeleidersector is sterk internationaal en afhankelijk van samenwerking, maar bevat ook strategische technologieën die landen willen beschermen. Nederland lijkt met deze stap een duidelijke grens te trekken tussen open marktwerking en nationale veiligheid. Of dat verstandig en effectief was, zal afhangen van hoe snel stabiliteit terugkeert voor autofabrikanten en hoe de relatie met China zich ontwikkelt.