Nederlandse datacenters ongeschikt als AI-fabriek
In dit artikel:
Vladimir Prodanovic, principal program manager bij Nvidia, stelt dat de kans klein is dat Nederland een grootschalige “AI-fabriek” realiseert. Tijdens een conferentie van Vertiv in Italië waarschuwde hij dat de Nederlandse datacenterinfrastructuur simpelweg niet geschikt is voor de liquid cooling die moderne AI-workloads vereisen. Volgens hem zijn bestaande faciliteiten gebouwd voor luchtkoeling en ongeschikt — en vaak niet rendabel om te adaptateren — voor de zware koel- en constructie-eisen van GPU-clusters.
Het kabinet kondigde onlangs 70 miljoen euro toe voor een AI-fabriek in Groningen; samen met 60 miljoen van Noord-Nederland en 70 miljoen uit EU-gelden moet dat 200 miljoen euro opleveren. Het expertisecentrum zou medio 2026 opengaan en de supercomputer begin 2027 operationeel moeten zijn. Prodanovic betwijfelt echter of die plannen technisch en financieel realistisch zijn.
De kern van het probleem is architectonisch en praktisch: AI-racks vragen doorgaans 30–60 kW per rack of meer, terwijl traditionele aircooling systemen 10–15 kW aankunnen. Bestaande datacenters hebben beperkt vloerruimte, volgelopen ondervloerbekabeling, en zijn vaak niet ontworpen om het extra statische gewicht van leidingen, manifolds en vloeistofdistributiesystemen te dragen. Bedrijven als Data Center Dynamics, CyrusOne, McKinstry en Data Center Frontier bevestigen dat ombouw (retrofitting) ingrijpend, duur en vaak technisch uitdagend is — zeker als uptime gehandhaafd moet blijven. Immersion cooling (servers onderdompelen in koelvloeistof) vereist in oudere faciliteiten uitgebreide verbouwingen.
Financieel verhoudt het kabinetbedrag zich mager tegen de schaal die nodig zou zijn: Prodanovic rekent voor dat een 100 MW AI-datacenter grofweg 6 miljard euro kost (ongeveer 1 miljard voor het basisdatacenter en circa 5 miljard voor het AI-deel). Hij noemt ook dat zelfs geavanceerde liquid-to-air oplossingen bij Microsoft van 150 kW per rack niet afdoende zijn voor een echte AI-fabriek; warmteafvoer en hotspots blijven een probleem. “In Nederland hebben we gewoon niet de capaciteit om AI fabrieken te bouwen,” aldus Prodanovic.
Als alternatief ziet hij kansen in Zuid-Europa en Scandinavië; Denemarken krijgt als voorbeeld omdat de overheid daar actief bedrijfsparticipatie en een soevereine AI-supercomputer stimuleert. Ook commerciële voorbeelden tonen kleinschalige mogelijkheden in Nederland (zoals inferencing door partijen als Nebul), maar dit staat ver af van de grootschalige 100 MW-fabrieken waar Prodanovic op doelt. De vraag blijft of de plannen voor Groningen de technische realiteit en de noodzakelijke investeringen voldoende meenemen.