Ministeries zoeken naar Microsoft Teams-alternatieven
In dit artikel:
Meerdere ministeries van de Nederlandse rijksoverheid heroverwegen het gebruik van Microsoft Teams en breder hun afhankelijkheid van Amerikaanse clouddiensten. Dit kwam naar voren in recente antwoorden op Kamervragen van GroenLinks–PvdA en NSC, waarbij het interdepartementale programma Beter Samenwerken een centrale rol speelt in het zoeken naar alternatieven en het terugdringen van leveranciersafhankelijkheid.
Demissionair minister Paul van Sociale Zaken wees op de concrete risico’s: bij een plotselinge ontzegging van toegang kunnen essentiële processen — zoals e-mail, samenwerkingstools, documentuitwisseling en securitymonitoring — verstoord raken. De Sociale Verzekeringsbank zou bij zo’n scenario bijvoorbeeld last krijgen van onderbroken dienstverlening en communicatieproblemen, wat illustreert hoe diep buitenlandse technologie in overheidsprocessen is ingebed.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid hanteert een terughoudender praktijk: Microsoft 365-diensten worden niet als cloudvariant afgenomen; Teams wordt uitsluitend voor videoconferencing en chat gebruikt, terwijl bestanden lokaal en via het OverheidsDataCenter worden opgeslagen binnen rijksbrede beveiligingskaders. Daarmee onderscheidt Justitie zich van andere departementen die Microsoft-diensten verder omarmen.
Het programma Beter Samenwerken onderzoekt interdepartementaal of en hoe Teams ingezet moet blijven worden en zoekt tegelijk naar alternatieven die minder afhankelijk van één leverancier zijn; welke concrete opties daarbij bekeken worden is nog niet openbaar. Demissionair minister Heinen van Financiën benadrukt bovendien dat elke ICT-keuze — on-premise of cloud — leveranciersafhankelijkheid met zich meebrengt: ook bij wegvallen van producentondersteuning kan functionaliteit uitvallen. Voorbeelden van recente migraties: Domein Roerende Zaken stapte vorig jaar over naar Microsoft 365 en de Belastingdienst plant een vergelijkbare overgang dit jaar.
Demissionair staatssecretaris Van Marum voor Digitalisering erkent dat afhankelijkheden soms onvermijdelijk zijn, maar pleit voor afweging op casusniveau en het beperken van strategische afhankelijkheden waar mogelijk. De discussie raakt daarmee bredere kwesties van digitale soevereiniteit en de vraag naar alternatieven zoals meer diversificatie van leveranciers, on‑premise oplossingen of soevereine cloudaanbieders.