iPhone Air review: dun en duurzaam, maar niet voor iedereen

In dit artikel:

Apple heeft in de 2025-lineup de Plus-variant ingeruild voor de iPhone Air, een designgerichte middenklasser met een 6,5-inch scherm en een extreem slanke behuizing van 5,6 mm. Het toestel weegt 165 gram en heeft een titanium frame en Ceramic Shield 2, wat het licht en kwalitatief doet aanvoelen. Qua prijs start de Air bij €1.229 (256 GB), wat €260 boven de standaard iPhone 17 (€969) ligt en dicht tegen de iPhone 17 Pro (€1.329) aanzit.

Het scherm ondersteunt ProMotion (tot 120 Hz), always-on en piekhelderheid tot 3.000 nits, maar de opvallendste keuzes zitten in de componenten en functies die daarvoor moesten wijken. De Air heeft slechts één 48-megapixel achtercamera (groothoek), geen ultragroothoek en geen optische telelens — inzoomen boven 2x gebeurt digitaal. Dat levert bij goed licht prima foto’s, maar gebrek aan ultragroothoek, macro en langere zoom is een serieus nadeel voor fotografieliefhebbers. Voorop zit een vernieuwde 18-megapixel Center Stage-camera voor betere selfies en automatische kadering.

Op performancegebied draait de Air op een A19 Pro-chip (iets minder GPU-kracht dan de 17 Pro), waardoor hij snel is maar niet hetzelfde geavanceerde koel- en prestatiepotentieel biedt als de Pro-modellen. De batterijcapaciteit is beperkt (3.149 mAh), wat in de praktijk ongeveer een volle dag gebruik oplevert; Apple geeft 27 uur videoweergave als referentie. Apple biedt een MagSafe Battery (€99) die de levensduur flink verlengt, maar dat accessoire maakt het toestel weer dikker.

Andere concessies: mono-audio via alleen een oorstukspeaker (geen stereo), en de Air is eSIM-only buiten de VS. Conclusie: de iPhone Air is een technisch knap, ultra-dun apparaat voor wie design boven alles stelt, maar vormt een nichekeuze — voor de meeste kopers biedt de iPhone 17 meer waar voor z’n geld door betere camera’s, langere accuduur en een lagere prijs.