Illegale Nvidia-chips massaal gerepareerd in China

In dit artikel:

Ondanks het Amerikaanse exportverbod op Nvidia’s meest geavanceerde AI-hardware, groeit in China een uitgebreide markt voor het repareren van de verboden H100- en A100-GPU’s. In de Chinese techstad Shenzhen zijn meerdere gespecialiseerde bedrijven actief die deze geavanceerde chipsets op grote schaal herstellen, wat duidt op intensief gebruik en grootschalige smokkel via omwegen. De reparaties variëren van softwarediagnose tot het vervangen van hardwarecomponenten en kosten tussen de 10.000 en 20.000 yuan per beurt, ongeveer tien procent van de originele chipprijs.

Deze GPU’s worden voornamelijk ingezet in datacenters voor zware AI-toepassingen, met name het trainen van taalmodellen, waar de krachtigere H100 favoriet blijft ondanks de recente introductie van de H20-chip die wel legaal in China verkrijgbaar is. De H20 is door de hoge kosten en beperkte prestaties voor dergelijke taken minder aantrekkelijk. Ook toont de Chinese overheid interesse in deze krachtige chips, wat blijkt uit aanbestedingen waarbij overheids- en militaire organisaties betrokken zijn. Dit vergroot de politieke druk in de VS om de handel en doorvoer van deze hardware beter traceerbaar te maken.

Naast de H100- en A100-modellen wint de nieuwe B200-GPU ook aan bekendheid in China, hoewel deze voornamelijk via buitenlandse omwegen en tegen hoge prijzen (meer dan 3 miljoen yuan per server) wordt geïmporteerd. De levendige reparatiemarkt onderstreept niet alleen de hoge vraag naar verboden AI-hardware, maar ook het groeiende vermogen van lokale bedrijven om de werking van deze complexe technologie te waarborgen binnen een omgeving waar officiële ondersteuning ontbreekt.