Europa verplicht minimaal één USB-C-poort op opladers

In dit artikel:

De Europese Commissie heeft de ecodesignregels voor externe voedingen aangescherpt: vanaf de invoering moeten opladers minstens één USB-C-poort hebben en voorzien zijn van afneembare kabels. Fabrikanten krijgen tot 2028 de tijd om hun producten aan de nieuwe eisen aan te passen. Apparaten die eraan voldoen krijgen het EU Common Charger‑logo.

De verordening geldt voor onder meer batterijladers, draadloze opladers, oplaadpads en USB‑C‑kabels; bepaalde voedingen zoals die voor medische apparatuur en noodstroom zijn uitgezonderd. Naast interoperabiliteit schrijft de Commissie ook energiewinst voor: voor opladers met een vermogen van ten minste 10 W gelden efficiëntie-eisen bij lage belasting (gedefinieerd als maximaal 10% van het nominaal vermogen) en er zijn eisen voor de stand-bymodus van oplaadmatten.

Volgens de EC worden jaarlijks zo’n 400 miljoen voedingen in de EU verkocht. De maatregel moet leiden tot een energiebesparing van ongeveer 3% in het totale energieverbruik over de levensduur van opladers tegen 2035, en naar verwachting zo’n €100 miljoen per jaar aan lagere consumentenuitgaven opleveren. Deze stap sluit aan op eerder EU‑beleid om fragmentatie van laders terug te dringen, elektronisch afval te verminderen en gebruiksgemak voor consumenten te vergroten.