Digitale soevereiniteit vraagt samenwerking, niet afscherming
In dit artikel:
De Duitse minister voor Digitale Zaken, Karsten Wildberger, stelt dat Europa moet werken aan eigen digitale infrastructuur om niet langer louter afnemer of toeschouwer te zijn in de wereldwijde technologiestrijd, maar waarschuwt dat dit geen camouflerend protectionisme mag worden. In een gesprek met Reuters pleit hij voor meer Europese keuzevrijheid: bedrijven moeten zelf kunnen bepalen waar data worden opgeslagen en wie de technische basis levert, zonder dat samenwerking met Amerikaanse techbedrijven wordt uitgesloten.
Wildberger wijst op succesvolle Europese spelers zoals Mistral AI, DeepL en Aleph Alpha als bewijs dat technologische innovatie in Europa mogelijk is, maar erkent ook de duidelijke voorsprong van de Verenigde Staten, vooral op het gebied van kunstmatige intelligentie. Daarom blijft trans-Atlantische samenwerking volgens hem noodzakelijk voor de verdere ontwikkeling van een Europese digitale economie.
Hij pleit voor een bredere benadering van digitale soevereiniteit die verder reikt dan software en datacenters: de volledige toeleveringsketen – van winning van zeldzame aardmetalen en chipontwerp tot serverproductie en kabelinfrastructuur – moet beter worden begrepen en deels in Europese handen komen om echte onafhankelijkheid mogelijk te maken.
Wildberger werd in mei 2025 benoemd tot de eerste Duitse minister voor Digitalisering en Staatsmodernisering in het kabinet van kanselier Friedrich Merz. Met een achtergrond in leidinggevende functies bij o.a. T‑Mobile, Vodafone en Ceconomy brengt hij ervaring uit het bedrijfsleven mee naar het Europese debat over technologische autonomie.