Autoriteit Persoonsgegevens en tennisbond stoppen rechtszaak na uitspraak EU-Hof
In dit artikel:
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) hebben de juridische strijd rond een AVG-boete beëindigd. De kwestie gaat terug naar 2019, toen de bond een boete van 525.000 euro kreeg omdat persoonsgegevens van honderdduizenden leden waren gedeeld met een loterijorganisatie en een tennisspullenwinkel, die daarna leden telefonisch en per post benaderden met reclame. Destijds was het de tweede boete in Nederland onder de AVG.
Het dossier belandde bij het Europees Hof van Justitie, dat vorig jaar oordeelde dat direct marketing wél onder het belang van 'gerechtvaardigd belang' kan vallen en dus niet per definitie verboden is onder de AVG. Dat oordeel maakte duidelijk dat de AP’s eerdere stelling — dat delen voor direct marketing nooit een gerechtvaardigd belang kon zijn — te absoluut was. Het Hof zei echter niet dat de KNLTB in dit specifieke geval automatisch rechtmatig had gehandeld.
In plaats van de zaak terug te laten komen bij een Nederlands gerechtshof, hebben AP en KNLTB nu besloten het geschil te schikken. De bond erkent dat de gegevensverstrekking anders had moeten verlopen en start een voorlichtingscampagne over privacy voor tennisclubs en andere sportbonden, waar de AP aan meewerkt.
De AP verlaagt de boete vanwege het bijzondere karakter van de zaak tot 250.000 euro, verminderd met de kosten die de KNLTB maakt voor de voorlichtingscampagne en eventuele andere maatregelen. Het definitieve boetebedrag wordt uiterlijk in juni 2026 vastgesteld. De uitkomst onderstreept zowel de invloed van de Europese jurisprudentie op nationale handhaving als het belang van betere privacypraktijken binnen sportorganisaties.