Achtergrond - Waarom Firefox na bezuinigingen toch investeert in een browser-vpn
In dit artikel:
Firefox test momenteel een ingebouwde vpn voor een beperkte groep gebruikers. De nieuwe functie staat los van Mozillas aparte, betaalde dienst Mozilla VPN en biedt vooralsnog slechts één serverlocatie: de Verenigde Staten. Het is nog onduidelijk wanneer de feature voor alle gebruikers beschikbaar wordt gesteld.
De zet lijkt op het eerste gezicht opvallend omdat Mozilla de afgelopen jaren juist snijdt in nevenprojecten: investeringen in diensten als Mozilla.social, Mozilla VPN, Relay en Online Footprint Scrubber werden beperkt, Hubs beëindigd en ook Fakespot en Pocket afgestoten. Toch past een browser-vpn inhoudelijk bij Mozillas imago: het bedrijf profileert zich als voorvechter van privacy en vpn-functionaliteit wordt vaak gepresenteerd als een manier om je online verkeer te beschermen, zeker tegenover commerciële datapraktijken van Amerikaanse internetproviders.
Belangrijke beperkingen en commerciële motivatie spelen mee. Browser-vpn’s versleutelen alleen verkeer dat via de browser loopt; apps en systeemverkeer blijven buiten bereik. Zulke ingebouwde vpn’s bieden doorgaans minder serverlocaties, lagere snelheden of strengere limieten dan volledige vpn-diensten. In screenshots van de testversie biedt Firefox tevens een upgradepad naar Mozilla VPN, de betaalde dienst die voor ongeveer vijf euro per maand (bij jaarabonnement) ook verkeer buiten de browser beschermt, op meerdere apparaten werkt en onbeperkte bandbreedte belooft. Dat suggereert dat de browser-vpn ook een strategisch opstapje naar betaalde abonnementen kan worden.
Andere browsers lopen al voorop met vergelijkbare functies: Opera en Vivaldi (deze met Proton-integratie) hebben ingebouwde vpn-opties, Brave biedt vpn-functionaliteit maar niet gratis en Edge heeft Edge Secure Network met een gratis datacap van 5 GB per maand. Deze oplossingen variëren sterk: sommige laten de serverlocatie niet kiezen, anderen beperken het aantal apparaten of bieden minder prestatievriendelijke servers voor gratis gebruikers. Chrome en Safari, de marktleiders, bieden geen ingebouwde vpn.
Voor browsers is het toevoegen van functies steeds belangrijker geworden om zich te onderscheiden. Zodra de kern van surfen gelijk is, concurreren makers op extra’s: Mozilla heeft onlangs ook verbeteringen doorgevoerd zoals tabbladgroepen, uitgebreidere adresbalkfunctionaliteit, integratie van meerdere AI-bots in de zijbalk en beter zichtbare profielondersteuning. Een ingebouwde vpn past in die trend van functionele differentiatie.
Of Mozilla met deze aanpak nieuwe inkomsten weet te genereren, hangt deels af van hoe beperkend de gratis vpn-versie wordt gemaakt (datacaps, snelheidsbeperkingen) en of gebruikers daadwerkelijk upgraden naar Mozilla VPN. Voor Nederlandse en Belgische gebruikers is de privacywinst van een vpn vaak kleiner dan in landen waar providers dataverkoop gangbaarder is, maar als marketinginstrument sluit het middel goed aan bij Firefox’ privacy-imago.