Achtergrond - Waarom de verplichte overstap naar USB-C krachtige laptops in de weg zit
In dit artikel:
In oktober 2025 bracht Apple de MacBook Pro M5 uit zonder oplader in de doos. Veel mensen dachten direct dat dit het gevolg was van EU-regelgeving, maar de werkelijkheid is genuanceerder: de Europese Commissie eist niet dat fabrikanten geen opladers meer meegeven, maar dat apparaten die onder de categorie 'radioapparatuur' vallen via een USB-C‑poort kunnen worden opgeladen en het USB Power Delivery‑protocol ondersteunen.
Achtergrond en deadlines
De verplichting voor een USB‑C‑laadpoort werd op 28 december 2022 aangenomen; voor veel apparaten (smartphones, tablets, koptelefoons e.d.) gold een overgangstermijn tot 28 december 2024. Voor laptops geldt een latere deadline: fabrikanten moeten vanaf 28 april 2026 aan de nieuwe regels voldoen. De EC wil hiermee 'geharmoniseerd opladen' bereiken zodat consumenten niet bij elk apparaat een aparte adapter hoeven te krijgen, wat de milieu-impact moet verminderen.
Wat de regels wel en niet verplichten
De EU schrijft niet voor dat adapters niet meer mogen worden meegeleverd. Belangrijker is dat een apparaat de mogelijkheid tot USB‑C‑laden moet bieden. Een laptop met een traditionele barrelplug voldoet al aan de regels als hij daarnaast óók via USB‑C kan laden. Fabrikanten mogen dus nog steeds adapterloze en met‑adapter varianten leveren, maar consumenten moeten altijd de keuze krijgen om het toestel zonder adapter te kopen. Winkels mogen bij verkoop een adapter 'bundelen', maar kopers moeten ook losse alternatieven kunnen kiezen.
Praktische knelpunten bij laptops
Voor veel reguliere laptops is de overgang relatief eenvoudig: veel modellen zullen, net als telefoons, met alleen een USB‑C‑poort worden geleverd en zonder adapter. Maar er bestaan twee belangrijke problemen. Ten eerste leveren gangbare telefoonladers (~15–100W) onvoldoende vermogen voor laptops. Ten tweede hebben krachtige en gaminglaptops vaak veel meer vermogen nodig dan de traditionele 100W-limiet van USB PD; sommige gamingmodellen gebruiken 330–400W‑voedingen.
USB PD is wel uitgebreid tot maximaal 240W, maar dat helpt lang niet alle gevallen. Fabrikanten als Lenovo en ASUS geven aan dat zij voor laptops met adapters boven de 100W liever de adapter blijven meeleveren om gebruikerservaring en prestaties te waarborgen. Tegelijk moeten zij klanten ook de optie bieden het toestel zonder adapter te kopen — een praktijk waar nog geen eenduidige oplossing voor is.
Technische en commerciële weerstand tegen 240W USB‑C
Fabrikanten noemen technische nadelen van hoge‑vermogen USB‑C‑oplossingen: hogere spanningen (48V bij 240W), extra omzetting in de laptop, duurdere componenten, meer warmte en lagere efficiëntie. Er is ook zorg dat USB‑C‑contactjes en connectorontwerpen niet optimaal zijn voor continu zeer hoog vermogen. Daarnaast schrijft de richtlijn (punt 16) voor dat laptops die méér dan 240W nodig hebben toch minimaal USB‑C‑laden op 240W moeten ondersteunen, maar die 240W is veelal voldoende om de accu te laden in uitgeschakelde toestand, niet om bij intensief gebruik (zoals gamen) de volledige systeemprestatie te leveren.
Wat dit betekent voor consumenten
Tot 28 april 2026 blijft er tijd voor fabrikanten om beleid en producten aan te passen. Voor de gemiddelde gebruiker met een laptop die minder dan 100W vergt, is de kans groot dat laptops zonder oplader worden verkocht en dat winkels en fabrikanten losse USB‑C‑adapters aanbieden. Voor kopers van krachtige gaminglaptops blijft onzekerheid: fabrikanten zullen vaak een specifieke, krachtige adapter blijven toevoegen, maar ze moeten ook een adapterloze optie bieden — met het risico dat een te zwakke universele voeding prestaties beperkt.
Tweakers speelt hierop in door in Pricewatch aan te geven of een laptop een adapter meelevert. Conclusie: de EU‑maatregel bevordert harmonisatie en minder afval, maar stuit op praktische, technische en commerciële haken bij high‑end laptops waarvoor meer dan standaard USB‑C‑vermogen nodig is.