Achtergrond - Trump eist dat de nieuwe Intel-ceo onmiddellijk opstapt: wat zit daarachter?
In dit artikel:
Amper zes maanden na zijn aantreden als ceo staat Lip‑Bu Tan van Intel onder zware politieke druk vanwege vermeende banden met Chinese bedrijven. Tan trad in maart aan om het bedrijf uit een reeks problemen te loodsen: marktaandeelverlies, het missen van de AI-boot en miljardenverlies in Intel Foundry, de fabriekstak. Sinds zijn komst voerde hij een rigoureuze koerswijziging door: duizenden banen verdwijnen, afdelingen worden gesloten en niet‑essentiële activiteiten worden verkocht of afgestoten. Intel kondigde aan in 2025 rond de 24.000 banen te schrappen — bijna een kwart van het kernpersoneel — en sloot onder meer de divisie automotive. De toekomst van Intels fabricageroadmap hangt af van het succes van klantenwerving voor de 14A‑technologie; zonder grote klanten zou ontwikkeling kunnen stoppen, waarmee TSMC feitelijk de leiding behoudt.
De huidige rel ontstond toen president Trump via zijn kanaal aandrong op Tans vertrek, verwijzend naar vermeende belangenverstrengeling met China. Eerder had senator Tom Cotton het bestuur van Intel al vragen gestuurd over Tans investeringen en zakelijke verbanden, in de context van miljardensteun uit de Amerikaanse Chips and Science Act en Intels samenwerkingen met het Pentagon binnen het Secure Enclave‑programma.
Concreet richt de kritiek zich op Tans verleden bij Cadence Design Systems en op zijn investeringsactiviteiten. Cadence, waar Tan tussen 2008 en eind 2021 ceo was, bekende recentelijk schuld aan het overtreden van Amerikaanse exportregels omdat tussen 2015 en 2021 producten geleverd werden aan de Chinese National University of Defense Technology, die op een sanctielijst staat. Cadence krijgt meer dan 140 miljoen dollar boete. Daarnaast toonde een Reuters‑onderzoek dat Tan via Walden International en twee Hongkongse holdings minderheidsbelangen of zeggenschap zou hebben gehad in honderden Chinese ondernemingen; enkele daarvan zouden banden met het Chinese leger hebben.
Intel benadrukt dat het volledig toegewijd is aan Amerikaanse nationale veiligheid en wijst op grote binnenlandse investeringen, onder meer fabrieken in Arizona en plannen voor Ohio (die zijn uitgesteld). Tan ontkent onregelmatigheden, noemt berichten over zijn investeringen misinformatie, wijst op zijn lange verblijf in de VS en zegt samen te werken met de regering om zorgen weg te nemen.
Wat er nu volgt is onduidelijk: Tan lijkt voorlopig niet van plan op te stappen, maar de politieke druk kan zijn hervormingsagenda bemoeilijken of afleiden van de operationele hervormingen. De komende maanden zullen duidelijk maken of hij zijn positie behoudt en of Intels strategische koers — in het bijzonder de rol van Intel Foundry tegenover marktleider TSMC — onder invloed van de controverse aanpassing behoeft.