Achtergrond - Google AI-modus in Europa: stap met grote, mogelijk negatieve gevolgen
In dit artikel:
Een recente Google Meet-sessie met ongeveer honderd Europese journalisten draaide om de komst van Googles nieuwe AI-modus naar Europa. Journalisten, vooral van uitgevers, stelden scherpe vragen over het verlies aan verkeer en de manier waarop Google AI-uitslagen content samenvat zonder uitgevers te compenseren. Zij vreesden dat deze functies, samen met eerdere wijzigingen in Google Nieuws en het verwijderen van sommige uitgevers uit Google Showcase, leiden tot een daling van doorverwijzingen die hun advertentie-inkomsten bedreigt.
Google-topmensen reageerden volgens de aanwezigen ontwijkend: het bedrijf zegt dat het nog steeds dagelijks miljarden klikken naar websites stuurt en dat AI-ervaringen juist kwalitatief betere klikken opleveren (bezoekers blijven langer op de site). Tegelijkertijd erkennen ze dat het zoekverkeer kan veranderen door nieuwe AI-functies, maar Google ontkent de door sommige media gerapporteerde dramatische algemene dalingen. Deze tegenstelling tussen signalen van uitgevers en Googles interne cijfers ligt centraal in het huidige conflict; in mei werden al AI-samenvattingen in zoekresultaten uitgerold en in juni dienden Europese media een antitrustklacht in.
Wat is AI-modus precies? Het is in wezen een chatbot-achtige laag boven de zoekmachine die resultaten analyseert en een geconsolideerd antwoord geeft—vaak met grafieken of tabellen die informatie van verschillende websites combineren. Google presenteert dit als een manier om zoeken makkelijker te maken en gebruikers vaker met AI te laten werken; op termijn moeten onderdelen van de AI-modus in de gewone zoekervaring opgaan. Voor uitgevers betekent het echter dat gebruikers minder vaak rechtstreeks naar bronnen klikken, waardoor het traditionele ‘ruilen van indexering voor verkeer’ verzwakt wordt. Daarmee verandert de impliciete overeenkomst tussen Google en contentmakers: als Google minder verkeer doorstuurt, neemt de waarde voor sites om door Google geïndexeerd te worden af.
Er zijn ook bredere zorgen. Ten eerste kan verlies van inkomsten ertoe leiden dat sites verdwijnen of besluiten zich niet langer te laten indexeren, wat op zijn beurt Googles eigen AI-kennisbasis zou kunnen ondermijnen — een perverse dynamiek waarin Google deels tegen zijn langetermijnbelang in handelt. Ten tweede kondigt Google aan dat advertenties uiteindelijk ook in AI-modus zullen verschijnen (eerste experimenten lopen in de VS), waarmee het patroon van gratis aanbieden en later monetariseren lijkt te worden herhaald. Ten derde roepen de nieuwe AI-interacties vragen op over energieverbruik: AI-vragen vergen meer rekenkracht dan reguliere zoekopdrachten, en concrete cijfers van Google ontbreken vooralsnog.
Voor uitgevers betekent de komst van AI-modus dat zij hun strategieën zullen moeten aanpassen: diepere, semantisch rijke en visuele content kan nodig zijn om zichtbaar te blijven. Tegelijkertijd staat het hele onderwerp onder een vergrootglas van Europese regelgeving (AVG en de AI-wet), omdat gepersonaliseerde en gevoelige gegevens in AI-toepassingen extra aandacht trekken. De precieze balans tussen gebruikersvoordeel, economische effecten voor contentmakers en milieu-impact is nog onduidelijk, maar de kans is groot dat de verandering deels nadelige gevolgen heeft voor traditionele online uitgevers.