Achtergrond - Australië en Denemarken verbieden sociale media voor jongeren, wie volgt?
In dit artikel:
Een huismoederlijk voorval — een puber die in de vakantie tot in de vroege ochtend vastzat aan algoritmische sociale media — illustreert een veel voorkomend probleem: veel tieners blijven ’s nachts op hun schermen plakken. Dit is niet nieuw als gedrag, maar wel in aard en schaal. Moderne platforms zoals Instagram, TikTok en YouTube gebruiken gepersonaliseerde aanbevelingen die ontworpen zijn om aandacht vast te houden; dat levert advertentie-inkomsten op en vergroot volgens critici de kans op verslavingsachtig gebruik bij jongeren.
Wetenschap en beleid worstelen met causatie. Onderzoek wijst op een samenloop tussen de opkomst van algoritmische feeds en een daling in het mentale welzijn van jongeren, maar het is lastig vast te stellen of sociale media depressie veroorzaken, sombere jongeren juist meer online zitten, of dat beide elkaar versterken. Er zijn ook positieve kanten: jongeren vinden online vaak gelijkgestemden en vormen vriendschappen die anders misschien niet waren ontstaan.
Nationaal en internationaal ontstaan verschillende reacties. Op EU-niveau geeft de Digital Services Act van enkele jaren terug aanbieders verplichtingen rond bescherming van minderjarigen, maar de regels waren aanvankelijk vaag. Nadere verduidelijkingen verbieden bijvoorbeeld gepersonaliseerde advertenties voor minderjarigen en verplichten platforms opties te bieden om feeds te resetten of zonder profilering te bekijken — maar algoritmische aanbevelingen blijven grotendeels toegestaan. De vraag blijft hoe effectief zulke maatregelen zijn in de praktijk.
Sommige landen gaan verder. Nederland riep in maart het kabinet op om sociale media te verbieden voor onder-15-jarigen; het kabinet koos er uiteindelijk voor gebruik tot 15 jaar af te raden en pleitte voor een Europese norm. In België roepen medische experts op tot een verbod voor onder de 16, maar politieke doorbraken ontbreken nog. Denemarken heeft inmiddels een socialemediaverbod voor kinderen in wet vastgelegd; die wet treedt de komende maanden in werking na toestemming van de Europese Commissie. Australië gaat nog een stap verder en sluit vanaf binnenkort een lijst van diensten (waaronder TikTok, Snapchat en Reddit) voor kinderen; dat is het eerste democratische land met zo’n expliciet verbod, al is er kritiek dat het omzeilbaar is en dat de lijst willekeurig kan uitpakken. In het Verenigd Koninkrijk richt de Online Safety Act zich vooral op schadelijke content (zoals zelfbeschadiging-promotie) en niet expliciet op algoritmen. In de Verenigde Staten ligt de Kids Off Social Media Act in de Senaat die algoritmische, niet-chronologische feeds voor jongeren onder de 17 wil verbieden; de wet is nog niet rond.
Naast wetgeving lopen rechtszaken tegen grote techbedrijven, bijvoorbeeld een zaak tegen Meta die sinds 2023 door mag, met potentiële grote gevolgen als rechterlijke uitspraken sociale-mediabedrijven aansprakelijk zouden achten voor schade aan jongeren.
Praktische maatregelen ontstaan ook van onderop: Nederlandse ouders organiseren zich om kinderen tot 14 jaar geen smartphone te geven, en scholen in Nederland en België krijgen richtlijnen om smartphones in de klas te weren. Die aanpak speelt in op het netwerk-effect: kinderen willen vaak pas een telefoon omdat leeftijdsgenoten die hebben.
De discussie staat niet stil. Terwijl sommige regeringen pleiten voor voorzichtige, regelgevende ingrepen, experimenteren anderen met harde verboden. De komende jaren zullen de ervaringen uit landen als Denemarken en Australië belangrijk worden voor beleidsvorming elders. Als sociale media op termijn vergelijkbaar worden behandeld als tabak en alcohol, zouden de platforms vooral bij volwassenen blijven domineren — maar of die transitie realiseerbaar en effectief is, blijft onderwerp van debat.